Foto Xavier Bonnaffe : aankomst Bart in Zaventem.
Mijn zoektocht naar de derde grootmeesternorm
Bart Michiels
25 november 2013
Op het Europees kampioenschap voor landenteams heb ik mijn derde GMnorm
behaald: ik scoorde 6:5 op 9 met een TPR van 2671, wat zelfs een half
punt meer is dan nodig voor de norm. Nu ik de grootmeestertitel kan aanvragen,
zou ik graag eens terugblikken op mijn zoektocht naar de laatste GM-norm.
Hoe heeft het zo lang kunnen duren?
Om op die vraag te antwoorden, moeten we terugkeren naar september 2010.
Ik had net mijn tweede GM-norm gescoord op het Inventi-tornooi in Antwerpen
en speelde mee op de Olympiade in het Siberische Khanty-Mansiysk op het
eerste bord van de Belgische ploeg. Dat tornooi speelde ik zeer sterk, alleen
liet de afwerking het soms wat afweten, zoals in mijn partij tegen Galego, een
Portugese GM. . .
Michiels, B. (2459) { Galego, L. (2499)
Olympiade 2010, ronde 7
Met mijn laatste zet 43.Re3 had ik natuurlijk ook gezien dat er patmotieven
in de stelling kwamen. Maar ik dacht: zwart moet 43. . . Rh1+ spelen en met
1
44.Kg3?? staat de zwarte koning niet meer pat. Aan een schaker hoef ik
niet uit te leggen welke gedachten er in mij opkwamen toen mijn tegenstander
44. . . Rg1+ uitvoerde. Na 45.Kf3 RXg4! probeerde ik nog 46.Re8, maar
na een paar zetten werd de remise getekend en kon ik mijn frustratie bekoelen
buiten de tornooizaal in de Siberische kou.
Ondanks deze uiterst pijnlijke partij waren mijn normkansen nog niet verschoten.
In de laatste partij moest ik winnen van de sterke Kazakse grootmeester
Kazhgaleyev. In een partij met wisselende kansen kwam uiteindelijk volgende
stelling op bord:
Kazhgaleyev, M. (2620) { Michiels, B. (2459)
Olympiade 2010, ronde 11
Ik herinner me dat ik oorspronkelijk van plan was om 50. . .Qd1+ te spelen.
Alle varianten winnen geforceerd voor zwart, maar toen ik alles nog eens checkte,
raakte ik in verwarring en verdwaalde ik in het variantenbos. Met weinig tijd
op de klok speelde ik dan maar een paar doelloze schaakjes, kreeg schrik van de
witte vrije g-pion en gaf eeuwig schaak. Terug op de hotelkamer kreeg ik reeds
een mail met felicitaties van Valery Maes, mijn secondant. Hij was er helemaal
van overtuigd dat ik de diagramstelling wel tot een goed einde zou gebracht
hebben. . .
Ondanks een einde in mineur steeg ik redelijk wat ratingpunten en een paar
maanden later bereikte ik voor het eerst de magische grens van 2500. In die
periode was ik ervan overtuigd dat de laatste norm wel snel zou komen. Gewoon
een kwestie van voldoende tornooien spelen, dan komt het statistisch gezien
vanzelf, toch? Dat laatste bleek nogal tegen te vallen, want blijkbaar heb ik een
speelstijl die leidt tot vrij stabiele resultaten. Gedurende drie jaar speelde ik
181 partijen in 22 tornooien. Mijn rating bleef rond 2500 zweven, zonder veel
uitschieters, naar onder noch naar boven. Die hele periode lang heb ik geen
enkele kans meer gehad om voor een GM-norm te spelen. Ofwel liep het al in
het begin van het tornooi fout, ofwel ergens in het midden, zoals in de Belgische
interclubs van 2011{2012 en 2012{2013.
2
Michiels, B. (2501) { Czebe, A. (2513)
Belgische interclubs 2011{2012, ronde 6
Na de laatste zet van zwart 22. . . Rdb6 begon ik te beseffen dat ik me
serieus in de problemen had gewerkt. Toch was er nog een elegante manier
om het evenwicht te bewaren: 23.b3! Nc3 24.RXd5! NXd1 25.KXd1, waarna
wit voldoende compensatie heeft voor de kwaliteit. In plaats daarvan volgde
23.BXd5 NXb2 24.Rf1 Na4 25.Be4?! Nc3 26.R 2 Ra6 27.Rd7?! RXa3
en uiteindelijk kwam ik verloren te staan. Bah, wat een slechte partij.
Het jaar daarop was ik ook op schema voor een GM-norm, maar kreeg ik
volgende mokerslag te verwerken:
De Schampheleire, G. (2275) { Michiels, B. (2506)
Belgische interclubs 2012{2013, ronde 7
Nietsvermoedend van het onheil dat me te wachten stond, verzette ik mijn
toren van d8 naar e8: 20. . . Re8??. Na 21.Ne6! stuikt de zwarte stelling
volledig in elkaar.
Na deze partij zou ik nooit durven dromen hebben dat ik dit jaar nog een
norm zou scoren. Niet dat ik de hoop al had opgegeven, integendeel, ik bleef
ervan overtuigd dat ik ooit wel eens grootmeester zou worden. Maar ik had me
erbij neergelegd dat het niet voor binnenkort zou zijn.
Waarom is dit tornooi wel gelukt?
Eigenlijk kan ik geen goede reden opgeven waarom ik dit tornooi wel een GMnorm
heb gescoord. Vermoedelijk een combinatie van goed spelen, af en toe
meeval hebben en vooral geen tegenslag te verduren krijgen. Zowel in ronde 1,
2, 3 als 4 kon ik niet klagen over het resultaat van de partij en had ik evengoed
1 op 4 kunnen hebben { weliswaar in het allerslechtste geval { in plaats van de
3 op 4 die ik scoorde.
Glud, J. (2526) { Michiels, B. (2506)
EK Landenteams 2013, ronde 2
Gedurende bijna de volledige partij had ik de overhand, maar in de diagramstelling
wist ik niet goed wat ik zou doen als wit afwacht en paardzetten speelt.
De witte koning is net op tijd om tegenspel te creëren, bijvoorbeeld: 64.Nb2
Kc3 65.Na4+ Kb4 66.Nb2 a4 67.NXa4 KXa4 68.Ke3 Kb5 69.Kd4 Kc6 70.Ke5
Nf5 71.Kf6 Nh4 72.f5 gXf5 73.g6 NXg6 74.KXf5 en remise. Allebei hadden we
nog maar weinig tijd op de klok (weliswaar met een increment) en er volgde
64.Kf2? Ke4 65.Kg3 Nf5+ 66.Kg4 Ne3+ 67.Kg3 Nd5 68.Nc5+ Kf5
69.Nb7 a5 70.Nd6+ Ke6 71.Nc4 Ne7 72.Kf3 Nf5 73.Kg4 Nd6 74.Na3
Kd5 75.Kf3 Kd4 76.Nb1 Kd3 77.Na3 Kc3 78.Ke3 Kb2 0-1. De aandachtige
lezer zal trouwens opmerken dat wit in de partij ook nog een paar keer
goeie remisekansen liet liggen. Is dit geluk of eerder de tegenstander die in een
moeilijke situatie kraakt onder de druk? Ik ben geneigd het tweede te denken,
maar het zou je maar overkomen dat je tegenstander de juiste verdediging vindt.
Michiels, B. (2506) { Ivanisevic, I. (2619)
EK Landenteams 2013, ronde 4
In een vreemde Benoni-partij stond ik eerst beter, maar langzamerhand was
de controle mij aan het ontglippen. Na 32.Qc3? had ik, en blijkbaar ook mijn
tegenstander, enkel gekeken naar 32. . . RXd4?, waarna zwart niet meer dan eeuwig
schaak heeft. De partij ging verder met 33.QXd4 Re1+ 34.RXe1 QXe1+
35.Bf1 Qg3+ 36.Bg2 Qe1+ 37.Bf1 Ne3 38.Qd3 Qg3+ 39.Kh1 Qf3+
40.Kg1 Qg3+ 41.Kh1 QXf4+ 42.RXd7 Qh4+ 43.Kg1 Qg3+ 44.Kh1
Qh4+ 45.Kg1 Qg3+ remise. Hier ben ik goed weggekomen, want 32. . .Qh5!
is helemaal gewonnen voor zwart.
Nu wil ik niet de indruk geven dat ik mijn norm heb gehaald enkel en alleen
door geluk. In de eerste plaats vind ik dat ik goed heb gespeeld, bijvoorbeeld
in de ronde 6 tegen een 14-jarige IM van Noorwegen.
Michiels, B. (2506) { Tari, A. (2420)
EK Landenteams 2013, ronde 6
Dit eindspel is fantastisch voor wit want zwart is volledig verlamd door de
zwakke pion op c7. 29.Rc6 Nb8 30.R6c3 Nd7 Voil a, de toren staat iets beter
op de derde rij en zo heb ik ook eens aan mijn tegenstander duidelijk gemaakt
wie er de baas is in deze stelling. 31.e4 Nb6 32.g4 h6 33.f3 Na onmiddellijk
33.Nf1 vond ik 33. . . d5 vervelend. 33. . . f6 34.Nf1 Kd7 35.Ne3 c6 36.f4
Rbc7 37.Kf3 Rustig wat ruimte winnen en alles klaarzetten om op een gepast
moment tot actie over te gaan. Mijn tegenstander besliste om niet bij de pakken
te blijven zitten, maar daardoor werd mijn voordeel enkel maar groter. 37. . . g5
38.f5 e5 39.dXe5 fXe5 40.Ke2 d5 41.Rc5 Kd6 42.Ra5 Rd8 43.Ra6 Rb8
44.eXd5 cXd5 45.RXb6 1-0.
Na deze winstpartij was de norm en de GM-titel bijna binnen, want ik had
slechts een norm over 8 ronden nodig. Afhankelijk van de elotegenstand had
ik ofwel een halfje ofwel e en punt op twee partijen nodig. Omdat ik nog nooit
in zo'n gunstige situatie was geweest, was ik zeer gestresseerd, vraag maar aan
de andere leden van de Belgische delegatie.
Maar met twee soepele remises behaalde ik de norm met een half punt overscore!
En het sprookje was nog niet gedaan,
want mijn eerste partij als grootmeester won ik met een mooie mataanval.
Pancevski, F. (2478) { Michiels, B. (2506)
EK Landenteams 2013, ronde 9
Een typisch geval van wederzijdse aanval bij tegengestelde rokades, met het
verschil dat wit eigenlijk geen aanval heeft. 25. . . g6 De jongens komen eraan!
26.aXb7+ KXb7 27.hXg6 Nce7 Op dit moment had ik de pointe later in de
partij gezien en ik had moeite om mijn enthousiasme te verbergen toen mijn
tegenstander er recht naartoe ging. 28.Ng2? QXh3 29.QXh3 RXh3 30.gXf7?
Nh4! De pointe! Trouwens, zeer sympathiek van mijn tegenstander om mij de
schaakmat te laten uitvoeren. 31.fXg8Q Nf3m. De eindstelling vind ik een
echt pareltje en verdient dan ook een diagram.
Met het behalen van mijn laatste norm en de grootmeestertitel gaat er een
kinderdroom in vervulling. Sinds ik Belgisch jeugdkampioen bij de {10-jarigen
werd, wou ik grootmeester worden. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost,
maar het was het waard!
zaterdag 30 november 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten